Wie ís die vrouw?

Steeds opnieuw trap ik in de valkuil van de stiltecoupé. Het lijkt eenvoudig: wie stil wil zijn, gaat er zitten; wie wil praten, zoekt elders een plaats. Dit concept is duidelijk te mooi om waar te zijn. Stilte is in onze samenleving even schaars als tijd. Als de NS een ‘tijdcoupé’ zou laten rijden – aan het eind van je treinreis heb je geen tijd verloren, maar gewonnen – zou iedereen begrijpen dat het een fabeltje was. Maar in de mythe van de stiltecoupé blijf ik geloven.


Bij vertrek uit Vlissingen zijn er zelden problemen. Drie andere passagiers hebben plaatsgenomen, zwijgend als oesters, en natuurlijk overleeft onze stilte Oost-Souburg. Middelburg vormt de eerste serieuze bedreiging, maar we hebben vandaag geluk en in serene zwijgzaamheid vervolgen we onze reis. Arnemuiden, fluitje van een cent. Maar dan komt Goes.


Vier meiden lopen giebelend door het gangpad. ‘Dit is de stiltecoupé!’ merkt de voorste op. De hilariteit is groot. Ze nemen plaats in een zitje voor vier. Hun zwijgen duurt misschien tien tellen, dan proesten ze het uit. Eerst spreken ze nog gedempt, maar voor Kapelle-Biezelinge in zicht is hebben ze alle remmingen van zich afgegooid.


Ik leg mijn boek weg. Ik zou er iets van kunnen zeggen. Dat heb ik een week geleden ook gedaan, het leidde tot een conflict en algauw wenste ik dat ik mijn mond had gehouden. Dat was natuurlijk mijn eigen schuld: iedereen weet dat je de teloorgang van normen en waarden opgewekt moet aanvaarden, en om te beginnen had ik niet zo dom moeten zijn in een stiltecoupé te gaan zitten. Ik pak mijn boek weer op.


Bij Kruiningen-Yerseke komt er een vrouw met een tasje binnen. Ik schat haar een jaar of zeventig. Gebogen, klein, dun, ze ziet eruit alsof je haar omver kunt blazen. Ze doet me denken aan mijn lerares Frans uit de vierde klas, die geen orde kon houden. Ze gaat zitten, hoort de herrie van de meiden een minuutje aan, staat dan gedecideerd op. Ze zal toch niet… Moet ik dadelijk toch weer in actie komen, om haar te redden!


De vrouw loopt naar de meiden, zegt iets, zo zacht dat ik het niet kan verstaan, en gaat weer zitten. Doodse stilte… die blijft voortduren. De meiden zwijgen alsof ze met de wraak van de maffia zijn bedreigd. Een andere passagier en ik kijken elkaar met grote ogen aan. Wie is die vrouw? Wat heeft ze gezegd?


In Bergen op Zoom verlaat ze de trein. Meteen is het bij ons weer ouderwets gezellig.

Gepubliceerd in: PZC

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn
Overige artikelen