MARCO KAMPHUIS

Exclusief interview: Zeeuws Meisje

‘Is Zeeuws Meisje thuis?’ vroeg ik aan de jonge vrouw die opendeed. ‘Het is voor de PZC,’ voegde ik eraan toe. Ze knikte en ging me voor, door een hal met pas geboende plavuizen naar een ontvangstkamer die blonk als een geschuurde ketel; knipperend met mijn ogen tastte ik naar een stoel. De jonge vrouw droeg een strakke spijkerbroek met informele scheuren rond de knie; een mouwloos truitje bood zicht op de tatoeage van een dolfijn op een gebruinde bovenarm. ‘Zeeuws Meisje,’ herhaalde ik. ‘Momentje,’ zei ze, en verdween in een aangrenzende kamer.


De voorkamer keek uit op de haven van het stadje, en ik keek enige tijd naar de in- en uitvarende plezierjachten. Na een uur durfde ik op de tussendeur te kloppen en trof het meisje, midden in een strijdgewoel van rokken, schorten en jakjes, doende haar keurslijf dicht te snoeren. ‘Ik ben al halverwege,’ hijgde ze, ‘maak gerust een kopje thee.’ Toen gooide ze de deur weer dicht. Ik maakte gebruik van de waterkoker die op tafel stond en maakte mijn keus uit een doos theezakjes.

Toen het meisje haar opwachting maakte, ditmaal in volledige klederdracht, stak haar hagelwitte kap prachtig af tegen haar blozende gelaat. ‘We kunnen!’ zei ze.


‘Zeeuws Meisje, u bent al minstens een eeuw het gezicht van de provincie. Overal waar de Zeeuwse vlag wappert, zien we uw beeltenis. Het geeft zeker veel voldoening een icoon te zijn?’


Ze kroop meteen in haar schulp. ‘Ik zou liever geen icoon zijn.’


‘Maar ieder meisje droomt er toch van beroemd…’


‘Ik niet. Ik doe gewoon mijn werk.’


‘In de jaren zeventig hebt u reclame gemaakt voor een zeker merk margarine. Geen cent te veel! Dat waren uw woorden. Maar niet alle Zeeuwen waren blij met het stempel van zuinigheid dat u ze opdrong.’


‘Lekker belangrijk,’ verzuchtte ze.


‘Waarom hebt u het gedaan?’


‘Voor het geld.’ Ze speelde dromerig met haar bloedkoralen halsketting.


‘Heeft u er spijt van?’


‘Gast!’ zei ze.


Heel veel spijt, schreef ik in mijn notitieboekje.


‘Het beeld dat u oproept staat voor vlijt, properheid, eenvoud – mag ik het zo uitdrukken?’


‘Druk het uit zoals je wilt. Ik denk dat ik ook een kopje thee maak.’ Ze wees op het theezakje dat ik op een schoteltje had gelegd om uit te druipen. ‘Gebruik je die nog?’


Het werd een kort gesprek. Ze is een meisje van weinig woorden. Toen ik wegging, zei ze: ‘Nou, dag.’ Zo gewoon! Dat zijn de heel groten, weten wij in ons vak.

Verschenen in: PZC

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn
Overige artikelen